Gesprek met kind
Hoe kunt u het gesprek aangaan met een kind?
Het is belangrijk het kind een stem te geven. Kinderen die thuis worden verwaarloosd of mishandeld, worden door hun ouders onvoldoende gehoord en onvoldoende gezien. En volwassenen die vertellen over mishandeling in hun jeugd, laten vaak weten dat zij zich óók niet gehoord en gezien voelden door de hulpverleners die hen kwamen ‘helpen’. Zij voelden zich daardoor vaak niet geholpen. Kindermishandeling aanpakken zonder het kind te zien, zonder het kind te vragen hoe het gaat en zonder het kind te vragen wat het kind nodig heeft, is geen optie.
Tegelijkertijd is het voor een kind niet vanzelfsprekend om over de problemen thuis te praten. Vaak schamen kinderen zich en voelen zich schuldig. Of ze krijgen uitdrukkelijk de opdracht hun mond te houden, bijvoorbeeld: “Als je het vertelt dan sturen ze je naar een internaat”, of “dan gaan papa en mama scheiden”. Verwacht dus niet dat een kind u direct in vertrouwen kan nemen. Soms gebeurt dat wel. Het kan ook zijn dat een tweede of derde gesprek nodig is. Of het kind neemt na het gesprek zelf contact met u op, op het moment dat het kind er zelf aan toe is.
Bij de voorbereiding op het gesprek is het goed bij een aantal zaken stil te staan. Zie het gesprek niet in de eerste plaats als een mogelijkheid voor het ophalen van informatie bij het kind. Minstens zo belangrijk is dat u boodschappen brengt bij het kind.
Boodschappen:
Andere richtlijnen:
Bij het gesprek met het kind is het goed om aan drie onderwerpen aandacht te besteden:
In een gesprek werkt het meestal het beste als u begint met de leuke dingen en dan wat heen en weer gaat tussen leuke dingen en verdrietige dingen. Aan het eind komen pas de vragen over de toekomst
Praten met een volwassene over de thuissituatie kan voor kinderen lastig zijn. Als het erop lijkt dat een kind niet wil of afwerend reageert, benoem dat dan. Bijvoorbeeld: “goh, volgens mij heb je er niet zo’n zin in, wat zou je wel willen doen?” “Hoe gaat het, hoe voel je je, waar heb je zin in?” Schep een band met het kind, bijvoorbeeld door een stukje te gaan wandelen in plaats van alleen maar praten. Dat helpt om een vertrouwensband te creëren. Kleinere kinderen durven soms niet te praten, maar in een gesprek waar een grote broer of zus bij is, lukt het misschien wel.
Vragen over fijne en leuke dingen
Vragen over verdrietige of stomme dingen
Vragen over de toekomst
Baeten, P. en Wolzak, A. Praten met kinderen in de praktijk van de AMK’s, Utrecht, NIZW 2003.