Gesprek met ouders
Hoe kunt u het gesprek aangaan met de ouders?
Als u denkt dat een kind mishandeld of verwaarloosd wordt dan is het belangrijk dat u met het kind praat en ook met de ouders. Dat zal niet altijd makkelijk zijn. Liever bemoeien we ons niet met andermans zaken. We vrezen vaak de reactie van ouders. Misschien worden ze boos. En misschien zien we het helemaal verkeerd.
Toch is het gesprek de beste stap om te zetten. Het kan ons verder helpen. Is er echt iets aan de hand of valt het misschien mee? En als blijkt dat er toch een probleem is, kunt u misschien helpen. Soms kan een goed advies of een helpende hand al veel betekenen. Hier vindt u tips voor het gesprek met ouders. Hebt u na het lezen van deze tips nog vragen? Bel dan voor aanvullend advies met Bureau Sostenemi.
10 Tips voor gesprekken met de ouders[1]
Tip 1. Bespreek uw zorgen direct
Wacht niet tot u zeker weet dat er iets aan de hand is, maar leg kleine én grote zorgen direct aan de ouders voor. Misschien kunnen zij uw zorgen meteen wegnemen. Bijvoorbeeld doordat zij uitleggen dat die grote blauwe plek op Lottes rug is ontstaan door een rare val met haar fietsje, of dat Mick zo stil en verdrietig is omdat zijn oma heel ziek is.
Hoe langer u wacht met het bespreken van uw zorgen, hoe groter de kans dat ouders het gevoel krijgen dat u niet eerlijk bent. Als u ook kleine zorgen met hen deelt, is het voor hen makkelijker met u te praten over grotere zorgen.
Tip 2. Oordeel niet
Leg uw zorgen zonder oordeel voor. Dus niet: ‘Marie stinkt’, maar: ‘Het valt me op dat Marie naar urine ruikt.’ En benoem wat u gezien of gehoord hebt en waarom u dat opvallend vindt. Bijvoorbeeld: ‘Het valt me op dat Bas de afgelopen weken vaak moe is. Hij valt in slaap tijdens het spelen. Vandaag gebeurde dat ook.’
Beschuldig ouders niet: u praat niet over een vermoeden van kindermishandeling of iets dat ouders niet goed doen. U vertelt ouders dat u iets gezien of gehoord hebt dat u opvallend vindt. Bijvoorbeeld dat Jim zich opeens veel drukker gedraagt dan eerder of dat Lisa u nooit aankijkt.
Tip 3. Wees nieuwsgierig
Wees nieuwsgierig naar wat ouders te zeggen hebben. Vraag hen wat zij vinden van de zorgen die u hebt, van het gesprek en hoe hun kind thuis is. Bedenk niet alvast wat zij zullen gaan zeggen, vul niet in, maar sta open voor hun antwoord. Dat helpt hen te vertellen wat zij echt denken. Worden uw zorgen door hun reactie groter? Overleg dan met uw leidinggevende of met de aandachtsfunctionaris. Of bel met Bureau Sostenemi.
Tip 4. Weet wat u wilt bereiken
Het is belangrijk dat u weet wat het doel is van het gesprek. Iets kleins of iets wat onschuldig lijkt, kunt u kort met de ouders bespreken op het moment dat zij hun kind ophalen.
Denkt u dat er meer aan de hand is of hebt u al vaker kleine dingen met hen besproken, maak dan een afspraak voor een later moment. Bedenk dan ook of u dat gesprek alleen wilt voeren of misschien samen met de leidinggevende of de aandachtsfunctionaris. Vertel dat dan ook aan de ouders.
Tip 5: Luister actief
Actief luisteren betekent: doorvragen en samenvatten. Laat zien dat u aandachtig luistert. Herhaal de belangrijkste dingen die de ouder heeft verteld. Geef ruimte aan emoties die soms hoog oplopen: boosheid, verdriet of onbegrip.
Tip 6. Bouw het gesprek op
Bouw het gesprek zorgvuldig op. Laat ouders eerst weten dat u het fijn vindt dat ze er zijn en vertel waarom u een gesprek met hen wilde. Daarna kunt u kort en zonder oordeel zeggen wat u is opgevallen aan hun kind en dat u zich daar zorgen over maakt.
Tip 7. Zoek samenwerking
De meeste ouders willen het beste voor hun kind. En vinden het daarom fijn dat u hen vertelt wat u opvalt aan hun kind. Laat ouders daarom weten dat u samen een oplossing wilt zoeken voor mogelijke problemen. En dat u hen vertelt welke stappen u wilt nemen. Doe niets achter hun rug om: dat roept weerstand op en vergroot de kans dat ouders kwaad worden of weglopen. Ook als u wilt overleggen met uw leidinggevende, de aandachtsfunctionaris of Bureau Sostenemi vertelt u dat aan ouders. U zegt dan bijvoorbeeld: ‘Ik vind het moeilijk om alleen met jullie een oplossing te vinden. Daarom wil ik graag overleggen met iemand die daar meer over weet. Vinden jullie dat goed?’
Tip 8. Geef ruimte aan emoties
Het kan zijn dat ouders boos of verdrietig reageren op uw zorgen. Dat is heel voorstelbaar: u praat met ouders over hun manier van opvoeden en de zorgen over hun kinderen. Zeker als ouders de zorgen zelf niet herkennen of het gevoel hebben dat zij die zorgen veroorzaken, kunnen de emoties hoog oplopen. Het is belangrijk dat daar ruimte voor is: als iemand mag laten merken hoe hij of zij zich voelt, is de kans groot dat deze emoties sneller zullen zakken.
Tip 9. Beloof geen geheimhouding
Ouders die daarom vragen, kunt u geen geheimhouding toezeggen. Als u geheimhouding belooft, kunt u in een lastige situatie komen: u wilt hun vertrouwen niet beschamen, maar als zij iets vertellen wat ernstig is, moet u actie ondernemen en anderen betrekken om de situatie te veranderen. U kunt wel beloven dat u niets zult doen, zonder eerst met hen te overleggen.
Tip 10. Maak afspraken
Spreek met elkaar af wat u gaat doen en wat zij gaan doen om ervoor te zorgen dat het beter gaat met het kind. Leg de afspraken vast in het kinddossier. Vraag ouders af en toe hoe het gaat. Als er geen verbetering is of als er nieuwe zorgen zijn, maak dan een nieuwe afspraak en bespreek wat jullie verder kunnen doen.
[1] https://www.augeo.nl/nl-nl/kinderopvang/watdoejij/10-tips-voor-een-goed-gesprek-met-ouders/